Een splitsysteem airconditioner bestaat uit een binnenunit (verdamper genaamd) en een buitenunit (condensor). Met geïsoleerde koelleidingen en stuurstroomkabels worden ze aan elkaar verbonden. Zodra het systeem is aangesloten circuleert er een koudemiddel om “warmte te wisselen”. Ruimtelucht wordt gekoeld en warmte wordt door lucht buiten afgegeven. In grote lijnen zijn ze onder te verdelen in onderstaande modellen:
Hoogwand model
Vloer model
Bij een hoogwand model wordt de binnenunit hoog aan de wand geplaatst. Dit populaire model is verkrijgbaar in vele koelcapaciteiten, kleuren en uitvoeringen.
Klik op het plaatje hiernaast voor meer voorbeelden.
Een vloermodel wordt laag aan de grond geplaatst en valt wat minder op in een interieur.
Klik op het plaatje hiernaast voor meer voorbeelden.
Cassette model
Plafond model
Een 1-weg, 2-weg of 4-weg cassette unit is op het uitblaasrooster na, volledig verwerkt in het systeemplafond met 60 x 60 of 90 x 90 cm plafondplaten.
Klik op het plaatje hiernaast voor meer voorbeelden.
Een plafond model airconditioner wordt tegen het plafond aangehangen en is zeer geschikt voor grotere en hogere ruimtes.
Klik op het plaatje hiernaast voor meer voorbeelden.
Kanaal model
Multisplit model
De binnenunit van een kanaal model is volledig weggewerkt in een systeemplafond of vals plafond. Via geïsoleerde, flexibele luchtslangen wordt koude of warme lucht verschillende ruimtes in geblazen middels inblaasroosters.
Klik op het plaatje hiernaast voor meer voorbeelden.
Sluit 2 of meer willekeurige binnenunits aan op een 1 buitenunits en je hebt een Multisplit.
Klik op het plaatje hiernaast voor meer voorbeelden.
Portabel Monoblock model
Een portabel of verrijdbare airco is de “compressor/buitenunit” in het apparaat ingebouwd en wordt warmte/koude afgevoerd middels een flexibele slang.
Een ander voorbeeld van een monoblock is de vaste “monoblock” zonder buitenunit, die vast aan de wand hangt en via 2 gaten warmte/koude wisselt.
Klik op het plaatje hiernaast voor meer voorbeelden.